Nederland kijkt naar het politieke midden
30 oktober, 2025
De Nederlandse kiezer is verdeeld. Rob Jetten van D66 en Geert Wilders van de PVV strijden om de positie van grootste partij. Met elk 26 zetels en briefstemmen, stemmen uit Amsterdam en de BES-eilanden die nog geteld moeten worden, is het ongekend spannend. Tegelijkertijd lijkt de tijd rijp voor een middenkabinet. De uitslag weerspiegelt de wens van de kiezer om langlopende problemen op te lossen.
De kans is groot dat Nederland afstevent op een kabinet van alleen middenpartijen. Dat is de meest waarschijnlijke uitkomst van de op 29 oktober gehouden Tweede Kamerverkiezingen. In deze analyse geven wij de meest relevante inzichten uit de verkiezingsuitslag.
Torentje voor Jetten en vertrek Timmermans
Tegen alle verwachtingen in, zou D66 de grootste partij kunnen blijken.
Rob Jetten van D66 mag terugkijken op een goede campagne. Op het laatste moment ingevlogen als vervanger van Geert Wilders bij het eerste lijsttrekkersdebat, liet hij zien op een frisse manier zijn standpunten uit te kunnen dragen. Hij zette zich af tegen het populisme van de PVV én aan de andere kant tegen Frans Timmermans van GL/PvdA. Hij profileerde zich bovendien als een ‘anti-populist’, met nadruk op hoop en een toekomstgerichte visie. Deze campagnestrategie betaalde zich uit in een groei van 17 zetels. Als grootste middenpartij lijkt D66 aan zet te zijn om coalitievorming in gang te zetten.
De grootste speler op links, GL-PvdA, heeft het net niet gered. Sterker nog, de combinatie van groenen en sociaaldemocraten heeft zetels verloren: de twee afzonderlijke partijen hadden tot dusverre samen 25 zetels, en dat zijn er na de verkiezingen 20. Met dit aantal komt de door oud-Eurocommissaris Frans Timmermans geleide partij op de vierde plaats. Partijleider Timmermans heeft zijn vertrek bekend gemaakt. Het verlies aan zetels is een gevoelige tik, ook in de wetenschap dat de politieke combinatie minder zetels heeft dan vóór het samengaan (ook ten opzichte van het verkiezingspotentieel van beide partijen).
Wilders en BBB buitenspel
Na het vorige regerings-avontuur van de PVV was duidelijk dat geen enkele middenpartij meer haar handen zou branden aan een samenwerking met Wilders. Tegelijkertijd zien we dat de kiezer, ondanks een verlies van 11 zetels, nog lang niet uitgekeken is op de PVV. Wilders voerde de campagne vanuit de bekende oppositierol – niet een houding die compromissen toe zal staan. We verwachten de komende jaren dus weer een oude, bekende Wilders vanuit de oppositiebankjes. Ook de BBB heeft zetels verloren, van 7 naar 4. De partij lijkt afgerekend te worden op de prestaties van het vorige kabinet.
Bontenbal grijpt net mis
Het CDA heeft hard gestreden, maar grijpt net mis in de strijd om de tweede (en dus eerste) plaats. Bontenbal kweekte veel goodwill in het land door zijn rustige, gedegen stijlen nadruk op fatsoenlijke politiek. Het CDA is daarvoor flink beloond met een stijging van 5 naar 18 zetels. De partij is nu een onmisbaar onderdeel voor elke mogelijke nieuwe coalitie. De uitdaging zal zijn om de aangekondigde fatsoenlijke politiek vorm te geven in een nieuw kabinet.
Dubbele gevoelens bij VVD
De liberale VVD heeft iets ingeleverd. De VVD zakte een beetje terug – van 24 naar 22. Dilan Yesilgöz, bij de vorige verkiezingen nog genoemd als mogelijk nieuwe minister-president, is afgerekend door de kiezer. Kiezers en partijleden stoorden zich aan haar toon en acties, hoewel ze de laatste week voor de verkiezingen wat schade kon repareren. Tegelijkertijd blijft de VVD een sterk merk, waardoor ze ondanks alle kritiek slechts 2 zetels moesten inleveren. Het is de verwachting dat Yesilgöz aan zal blijven.
Eendagsvliegen en “comeback kids“
Hello, goodbye: Nieuw Sociaal Contract (NSC), de oude partij van Pieter Omtzigt, is even snel uit het parlement vertrokken als zij erin was gekomen. Deelname aan het kabinet, intern gedoe, het vertrek van oud-leider Omtzigt en opeenvolgende fletse partijleiders als Van Vroonhoven en Van Hijum bleken het einde van de partij: van de 20 zetels die de spiksplinternieuwe partij in 2023 veroverde bleef bij de verkiezingen van 29 oktober niet één over.
JA21 is de comebackkid van de avond. De afsplitsing van FVD boekt een flinke zetelwinst, van 1 naar 9 zetels. Ook FVD heeft 4 zetels winst geboekt. Beide partijen nemen kiezers over van de PVV en de VVD. Zij zullen een rechts geluid laten horen. Óók terug van weggeweest – de partij 50PLUS voor senioren. Zij kregen 2 zetels.
Samenwerking met middenpartijen
Daarmee ziet het ernaar dat D66 en GL-PvdA als de twee grootste partijen het motorblok gaan vormen van het nieuwe kabinet. Samen met CDA en de VVD heeft dit een ruime parlementaire meerderheid met 86 zetels. Het ligt in de lijn der verwachting dat de VVD zal tegenstribbelen in de formatie voor zo’n coalitie (waarover later meer). Ook binnen het CDA zijn leden met bedenkingen over deze samenstelling.
Een nieuwe coalitie in deze samenstelling kan niet rekenen op een meerderheid in de Eerste Kamer (35/75 zetels). Dit kan nog een interessante uitdaging vormen voor een nieuwe coalitie. De BBB is met zijn dertien zetels in de Eerste Kamer de tweede partij en zal bij het tot stand komen van wetgeving, waarover de senaat het laatste woord heeft, zijn huid duur verkopen. Daarbij merken we op dat de meeste kabinetten onder voormalig premier Rutte ook geen meerderheid in de Eerste Kamer hadden, en dat dat de totstandkoming van wetgeving niet in de weg stond.
Middenkabinet: mogelijk beleid
De meest waarschijnlijke optie is een kabinet van D66, GL-PvdA, CDA, en VVD. Dit centrumkabinet zal ambitieus proberen te zijn op het gebied van klimaat. Het zal het principe ‘de vervuiler betaalt’ waarschijnlijk leidend laten zijn. Dat zal met name consequenties hebben voor bedrijven en boeren met veel stikstof- en/of CO₂-uitstoot. Partijen als CDA en VVD zullen tegenstribbelen op enkele onderwerpen, maar de trend zal heel duidelijk zijn. Ook verwachten we een grotere belastingdruk voor alle bedrijven, waarbij grote bedrijven zowel absoluut als relatief de zwaarste lasten zullen dragen. Woningbouw, bestaanszekerheid en armoedebestrijding zullen veel aandacht krijgen, en er zal meer geld naar defensie gaan. Tegelijkertijd is het nog onduidelijk hoe deze coalitie om zal gaan met vraagstukken zoals asielmigratie en arbeidsmigratie. Wel is de hoop en de verwachting dat dit nieuwe kabinet de termijn van vier jaar vol zal gaan maken, met stabiel en fatsoenlijk bestuur – het CDA heeft zich hier expliciet al aan verbonden.
Centrumrechts kabinet
Mocht een kabinet met middenpartijen niet lukken, dan wordt het een uitdaging om andere opties te verkennen. Een centrumrechts kabinet ligt niet voor de hand voor GL-PvdA en het is onwaarschijnlijk dat zij hier aan mee gaan doen. Met het ontbreken van GL-PvdA zouden minstens 5 partijen nodig zijn om een meerderheid te krijgen, waaronder het progressieve D66. Dit lijkt geen realistisch scenario. In dit scenario verwachten we wel weer druk om ook met de PVV in gesprek te gaan voor een rechtse meerderheid. Mocht een centrumrechts kabinet er komen, dan verwachten we een strenger migratiebeleid en een beperkte aandacht op klimaatbeleid. Ook een centrumrechts kabinet zal veel geld uittrekken voor defensie. Verder zal het een soortgelijk beleid voeren als het huidige kabinet.
Lange formatie verwacht
Partijen beloven een korte formatie te willen – een kabinet zou er rond de kerst of vroeg in het nieuwe jaar moeten komen. Dat lijkt echter onwaarschijnlijk. Nederland heeft een traditie van lange formatieprocessen. Daar komt bij dat de stemmen in Amsterdam nog geteld moeten worden, en dat briefstemmen geregistreerd moeten worden. Het zou kunnen dat de eerste stappen (in de verkenning) pas begin volgende week gezet kunnen worden.
Er komt eerst een verkennende fase, waarbij een door de Tweede Kamer benoemde verkenner de mogelijkheden voor een nieuwe coalitie op een rij zal zetten. Deze verkennende fase zou lang kunnen duren, gezien de (geringe) verschillen in zetelgrootte tussen partijen. We kunnen niet uitsluiten dat eerst gekeken gaat worden naar een rechts minderheidskabinet onder leiding van Wilders. Dit is niet kansrijk, maar zal wel het verkenningsproces vertragen. Het parlement zal vervolgens een of meerdere informateurs benoemen, die de onderhandelingen zullen leiden tussen de beoogde regeringspartners.
Ondanks de uitgesproken wens voor een snelle formatie verwachten wij dat de onderhandelingen geruime tijd zullen duren, mede omdat de VVD zijn huid duur zal verkopen. Andere opties zijn er niet of nauwelijks, door het gebrek aan zetels. Zodra de optie van een centrumrechts kabinet ontdekt moet worden, zal de formatie nog veel meer tijd gaan kosten. Al met al mogen we ervan uitgaan dat een nieuw kabinet pas in het eerste of tweede kwartaal van 2026 zal aantreden.